Waarom linnen?
Vóór de komst van modern stucwerk en glasvliesbehang werd linnen of jute vaak gebruikt als ondergrond voor muurafwerking. Dit bood verschillende voordelen:
- Scheuroverbrugging – oudere muren van kalk of leem waren gevoelig voor scheurtjes. Linnen maakte het oppervlak stabieler.
- Gladde ondergrond – het zorgde voor een egaal, vlak oppervlak voordat verf, kalkverf, pleister of behang werd aangebracht.
- Hechting – kalk- of lijmverf hechtte beter op het doek.
- Esthetiek en comfort – linnen gaf muren een strak aanzien en werkte soms licht isolerend tegen tocht en ongelijkheden.
Linova linnen wordt nu ook steeds meer toegepast in als ecologisch alternatief voor vliesbehang
 
Hoe werd het toegepast?
1. De muur werd zoveel mogelijk vlak gemaakt en schoongeborsteld.
 2. Het linnen werd op maat gesneden.
 3. Het doek werd met lijm (bijvoorbeeld beenderlijm of cellulosebehanglijm) of kleine spijkertjes vastgezet op een latwerk en strakgetrokken.
 4. Daaroverheen volgde de afwerking: eerst grijs grondpapier en daarna behangpapier.
 
- In herenhuizen of kastelen gebruikte men fijn linnen als hoogwaardige ondergrond voor schilderingen of behang.
- In eenvoudiger woningen werd vaak jute gekozen, omdat dit goedkoper was. Jute werd op den duur slap, linnen een een veel sterkere vezel en heeft hier geen last van.
- Soms werden meerdere lagen aangebracht voor extra stevigheid.