Een olieachtige, licht suikerachtige
substantie onttrokken aan vette stoffen door middel van
verzeping.
In de schildertechniek is glycerine
nuttig in de volgende gevallen:
Bij het vernissen weg te halen
(steeds als het eiwit niet met aluminiumoxideacetaat gemengd is, omdat in dat
geval het eiwit onoplosbaar blijft).
Lauw water of alcohol kan ook voor
hetzelfde doel gebruikt worden.
Bij het gronden van doek met gips en
lijm kan glycerine dienen om het meer flexibel te maken. In de oudheid werd voor
een dergelijk doel stijfsel en suiker gebruikt. Toch zijn deze toevoegingen van
stijfsel, suiker of glycerine niet bijzonder raadzaam.
Bij de schildering met tempera en
caseïnelijm werd gewoonlijk glycerine toegevoegd om de hardheid van de lijm te
voorkomen.
Bij de schildering met eitempera
wordt glycerine gebruikt om het snelle droogproces van het ei te vertragen.
Kalkchloride kan ook voor dit doel dienen. Zoals met het een als met het ander
worden geen bevredigende resultaten bereikt. Toch treffen we glycerine vaak aan
in recepten van vernissen en tempera’s op ei-basis.
Bij de waterverfschildering dient
glycerine om het opdrogen van de kleuren te vertragen en de verf fris en vochtig
te houden. Het wordt in een kleine hoeveelheid gebruikt om te werken. Glycerine
is bijzonder geschikt voor de uitvoering van grote aquarellen. Toch moet de stof
niet overmatig worden gebruikt.
Glycerine wordt ook aangewend om was
mengbaar te maken met water in de waterverfschilderingen.
Bij de bereiding van pastel wordt
glycerine samen met een geringe toevoeging van tragantgom en melk
gebruikt.
Glycerine of glycerol
(C3H8O3) is een alcohol
met drie hydroxylgroepen (OH):
H H H
CH2-OH
| | |
|
H---C---C---C---H of
CH-OH
| | |
|
OH OH
OH
CH2-OH
De systematische chemische naam is
1,2,3 propaantriol.
Glycerine wordt in de oleochemie
gemaakt door hydrolyse
van plantaardig of dierlijk vet of olie. Deze biologische vetten
zijn drievoudige esters
van glycerine met drie vetzuurketens.
Glycerine is dus (ook) een bijproduct van de zeepfabricage.
Eigenschappen
Glycerine is een vloeistof met een
hoge viscositeit.
De stof is kleurloos, reukloos en smaakt zoet. De stof is niet giftig en
oplosbaar in water. De stof komt van nature in het menselijk lichaam
voor.
Dichtheid bij kamertemperatuur 1,26
g/cm3
Smeltpunt 17,9 ° C
Kookpunt 290 ° C
Medisch
De stof wordt in medische preparaten
gebruikt, om de gladheid te verbeteren, of als verzachter. Zo wordt het
toegepast in hoestdranken en zetpillen.
Persoonlijke
verzorging
Glycerine wordt gebruikt in cosmetica,
bijvoorbeeld tandpasta,
mondwaters,
shampoo,
handcrème
en zeep.
Voeding
Glycerine wordt in de voeding
gebruikt als oplosmiddel of zoetmaker, bijvoorbeeld in snoep, gebak en
margarine. Het is een toegestane stof met als E-nummer
422.
Industrie
Glycerine vindt industriële
toepassingen als weekmaker
in kunststoffen en als antivries.
Door een chemische reactie met een mengsel van geconcentreerd salpeterzuur
en zwavelzuur
(nitreerzuur)
ontstaat nitroglycerine,
de basis van dynamiet.
Glycerinedrama
In 1996
overleden 60 kinderen op Haïti
door met antivries (ethyleenglycol)
vervuilde glycerine die door het Nederlandse bedrijf "Vos" uit Alphen
aan den Rijn was geleverd. De glycerine was afkomstig uit China
en werd in Haïti verwerkt in hoestdrank.
Het bedrijf wist dat de glycerine ongeschikt was voor menselijke consumptie.
De leiding van het bedrijf werd niet strafrechtelijk vervolgd, maar er volgde
een schikking
met het Openbaar
Ministerie van naar verluidt 2 ton (waarschijnlijk in guldens).
Op 6
maart 2004
besluit het ministerie
van Buitenlandse Zaken om een half miljoen euro aan de nabestaanden
van de overleden kinderen te doneren. Zij krijgen gedurende twee jaar een bedrag
van 200 euro per maand. Waarschijnlijk is Nederland
hiertoe overgegaan onder druk van de Verenigde
Naties.